tafelgenoot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tafelgenoot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ta·fel·ge·noot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tafel en genoot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tafelgenoot | tafelgenoten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tafelgenoot m
- iemand die mee aan tafel zit.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tafelgenoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.