taalkundige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: taalkundige (hulp, bestand)
Woordafbreking
- taal·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van taalkundig met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalkundige | taalkundigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de taalkundige m
- (beroep) (taalkunde) een beoefenaar van de taalkunde
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een beoefenaar van de taalkunde
Bijvoeglijk naamwoord
taalkundige
- verbogen vorm van de stellende trap van taalkundig
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord taalkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.