Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·con·flict
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalconflict taalconflicten
verkleinwoord taalconflictje taalconflictjes

Zelfstandig naamwoord

het taalconflicto

  1. (politiek) con­flict over de sta­tus en het ge­bruik van een taal
     Net als België kent ook Quebec een groot taalconflict. De Frans- en Engelstaligen staan lijnrecht tegenover elkaar.[1]
     Taalconflicten zijn in België zo oud als het land zelf. Maar dat de ene gemeenschap de andere zo de wil probeert op te leggen, dat is ongehoord, vinden Franstaligen.[2]
Holoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Selectie” (16 mei 1998) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Jeroen van der Kris
    “‘Daad van ernstige politieke agressie’” (8 november 2007) op nrc.nl