Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sys·to·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord systole systolen
verkleinwoord systoletje systoletjes

Zelfstandig naamwoord

de systolev / m

  1. (medisch) samentrekking van de spierwand van het hart
  2. dichterlijke vrijheid die bestaat in het als kort gebruiken van een lange lettergreep
Hyponiemen
Antoniemen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen