Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sy·no·vi·tis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord synovitis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de synovitisv

  1. (medisch) gewrichtsontsteking
Vertalingen

Gangbaarheid