Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • svi·ger·son
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie > 50000
svigersons enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   svigerson     svigersonen     svigersøner     svigersønene  

Zelfstandig naamwoord

svigerson m

  1. (familie) schoonzoon
    «I Oslo stakk ein svigerson i 30-åra svigerfaren sin til blods med ein skarp gjenstand.»
    In Oslo stak een dertigjarige schoonzoon zijn schoonvader tot bloedens toe met een scherp voorwerp.
Synoniemen
Antoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen