surrogaatmoeder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sur·ro·gaat·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van surrogaat en moeder [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | surrogaatmoeder | surrogaatmoeders |
verkleinwoord | surrogaatmoedertje | surrogaatmoedertjes |
Zelfstandig naamwoord
de surrogaatmoeder v
- kinderoppas voor een aantal uren, zodat de ouders kunnen werken, winkelen of op vakantie kunnen gaan
- draagmoeder
Gangbaarheid
- Het woord surrogaatmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.