supplieerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sup·pli·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
suppliëren |
supplieerden
- meervoud verleden tijd van suppliëren
- Wij supplieerden.
- Jullie supplieerden.
- Zij supplieerden.
- Wij supplieerden.
vervoeging van |
---|
suppliëren |
supplieerden