Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·den·ten·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studentenbond studentenbonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de studentenbondm

  1. (onderwijs) bond waarvan de leden vooral of overwegend studenten zijn
     De 25-jarige Milani is geboren in Iran en kwam op zijn twintigste naar Engeland. Hij ging er naar school, studeerde er en werd via de studentenbond politiek actief.[2]
     De studentenbond wil dat een landelijke commissie gaat toetsen of de toegankelijk van het onderwijs in gevaar komt als een opleiding verengelst.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Romana Abels
    “Als Ali Milani (25) wint, verliest Boris Johnson zijn zetel” (9 december 2019), Trouw
  3.   Weblink bron “Universiteiten positief over onderwijsplannen kabinet” (04-06-2018), Tubantia