Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·toe·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroomtoevoer stroomtoevoeren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stroomtoevoerm

  1. aanvoer van elektriciteit
     Oorzaak voor de problemen is een kapotte bovenleiding. Een kraanwagen trok vanochtend bij Bunnik om 06.45 uur de stroomtoevoer kapot.[2]
     Ook werd bekend dat vanavond de stroomtoevoer naar de fabriek wordt afgekapt, omdat er geen garantie kan worden afgegeven dat de volgende energierekening kan worden betaald. De ovens die worden gebruikt voor het smelten van aluminium, worden uitgezet.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Treinen Utrecht tot 19.00 uur ontregeld” (Dinsdag 29 november 2011, 13:18), NOS
  3.   Weblink bron “Doorstart Zalco van de baan” (Vrijdag 16 december 2011, 19:10), NOS