stroomgeleiders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stroomgeleiders (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstromɣəˌlɛidərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- stroom·ge·lei·ders
Woordherkomst en -opbouw
- stroomgeleider zn met de uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de stroomgeleiders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stroomgeleider
- ▸ Koolstof nanobuisjes, opgelost in een vloeistof, zijn van stroomgeleiders te veranderen in isolatoren via oxidatie: het chemisch ‘verwijderen’ van de geleidingselektronen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'stroomgeleiders' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Dirk van Delft“Chemische transistor stelt aanwezigheid van één antigen vast” (29 juli 2006) op nrc.nl