streden af
- Geluid: streden af (hulp, bestand)
- stre·den af
vervoeging van |
---|
afstrijden |
streden (...) af
- meervoud verleden tijd van afstrijden
- Wij streden af.
- Jullie streden af.
- Zij streden af.
- Wij streden af.
vervoeging van |
---|
afstrijden |
streden (...) af