Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·re·gis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafregister strafregisters
verkleinwoord strafregistertje strafregistertjes

Zelfstandig naamwoord

het strafregistero

  1. (juridisch) register van veroordelingen wegens misdrijven
  2. (scheepvaart) register van gepleegde misdrijven aan boord van een schip

Meer informatie

Gangbaarheid