straatracete
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- straat·race·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
straatracen |
straatracete
- enkelvoud verleden tijd van straatracen
- Ik straatracete.
- Jij straatracete.
- Hij, zij, het straatracete.
- Ik straatracete.
vervoeging van |
---|
straatracen |
straatracete