Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sto·ven af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afstuiven

stoven (…) af

  1. meervoud verleden tijd van afstuiven
    • Wij stoven af. 
    • Jullie stoven af. 
    • Zij stoven af. 
vervoeging van
afstoven

stoven (…) af

  1. meervoud tegenwoordige tijd van afstoven

Gangbaarheid