storken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stor·ken
Zelfstandig naamwoord
de storken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stork
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
storken
- meervoud van stork
Drents
Zelfstandig naamwoord
storken
- meervoud van stork
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
storken
- meervoud van stork
Sallands
Zelfstandig naamwoord
storken
- meervoud van stork