Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stook·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stookgat stookgaten
verkleinwoord stookgaatje stookgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het stookgato

  1. het gat waardoor het vuur gestookt wordt in een stoomketel.

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be