Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stooft op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opstoven

stooft (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstoven
    • Jij stooft op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstoven
    • Hij stooft op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opstoven
    • Stooft op! 

Gangbaarheid