Nederlands

 
auto met dikke stoflaag
Uitspraak
Woordafbreking
  • stof·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoflaag stoflagen
verkleinwoord stoflaagje stoflaagjes

Zelfstandig naamwoord

de stoflaagv / m

  1. laag van neergedwarreld droog stof, vaak als teken dat iets lange tijd niet gebruikt is
    • De museumdirectie nodigde een aantal studenten meubelrestauratie uit de honderden antieke tafels, stoelen, kamerschermen, kasten en fauteuils van hun centimers dikke stoflagen te ontdoen. En: van een inventarisnummer te voorzien. Het getuigt van professionalisering, vindt meubelrestaurator Dominique Loosdrecht. ,,Dit museum neemt zijn depots meer dan ooit serieus'.[2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Danielle Pinedo 11 mei 2000
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be