stoeptaks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stoep·taks
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stoep en taks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoeptaks | stoeptaksen |
verkleinwoord | stoeptaksje | stoeptaksjes |
Zelfstandig naamwoord
de stoeptaks m
- de belasting die betaald wordt voor het gebruik van de stoep, bijvoorbeeld bij het plaatsen van een container
Gangbaarheid
- Het woord 'stoeptaks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.