Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoei·poes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoeipoes stoeipoezen
verkleinwoord stoeipoesje stoeipoesjes

Zelfstandig naamwoord

de stoeipoesv

  1. (informeel) appetijtelijke, sexy vrouw waarvan sommige mannen denken dat ze ook tot seks bereid is

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen