stinker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stin·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stinker | stinkers |
verkleinwoord | stinkertje | stinkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de stinker m
- persoon die stinkt
- (scheldwoord) (informeel) gemeen persoon
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stinker" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be