stilzetten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stilzetten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stil·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stil en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stilzetten |
zette stil |
stilgezet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stilzetten
- overgankelijk iets geheel van zijn snelheid beroven
- Hij zette zijn auto even stil om naar de kudde wildebeesten te kijken.
Synoniemen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stilzetten |
stilzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van stilzetten
- ...dat wij stilzetten.
- ...dat jullie stilzetten.
- ...dat zij stilzetten.
- ...dat wij stilzetten.
Gangbaarheid
- Het woord stilzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stilzetten" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be