Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stijl·dans·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stijldansen

stijldansten

  1. meervoud verleden tijd van stijldansen
    • Wij stijldansten. 
    • Jullie stijldansten. 
    • Zij stijldansten. 
    • In een prieel in een sprookjestuin stijldansten de Münchenaren op muziek uit een zelf meegenomen draagbare cd-speler. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen