Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

steupo m

  1. (spreektaal) politiebureau, commissariaat
    «J’ai passé la nuit au steupo, j’avais pas mes papiers sur moi!»
    Ik heb de nacht op het politiebureau doorgebracht, ik had geen papieren bij me! [1]
  2. (spreektaal) autoradio
    «T’as vraiment pas de steupo dans ta caisse?»
    Heb je echt geen autoradio in je wagen? [1]

Verwijzingen