stembus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stem·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stem en bus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stembus | stembussen |
verkleinwoord | stembusje | stembusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (politiek) een bus waarin ingevulde stemformulieren verzameld worden
- De stembussen werden verzegeld en naar de plaats gebracht waar de telling plaats zou vinden.
- (figuurlijk) het houden van een verkiezing of de uitslag daarvan
- Dat kan het beste via de stembus uitgemaakt worden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een bus waarin ingevulde stemformulieren verzameld worden
Gangbaarheid
- Het woord stembus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stembus" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be