Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegstemmen

stem (…) weg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegstemmen
    • Ik stem weg. 
  2. gebiedende wijs van wegstemmen
    • Stem weg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegstemmen
    • Stem je weg? 

Gangbaarheid