steenouds
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- steen·ouds
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
steenouds
- partitief van de stellende trap van steenoud
- Zijn manier van spreken had iets steenouds.
Gangbaarheid
- Het woord 'steenouds' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.