steengrilde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: steengrilde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- steen·gril·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
steengrillen |
steengrilde
- enkelvoud verleden tijd van steengrillen
- Ik steengrilde.
- Jij steengrilde.
- Hij, zij, het steengrilde.
- Ik steengrilde.