Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·vings·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stavingsstuk stavingsstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stavingsstuko

  1. (juridisch) voorwerp waarmee men een bewering juridisch kan bewijzen of aannemelijk maken
Synoniemen

Gangbaarheid