Nederlands

 
1. Muren van stapelsteen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·pel·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stapelsteen stapelstenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de stapelsteenm

  1. (bouwkunde) stuk natuurlijk gesteente dat met vergelijkbare stukken aan elkaar gepast worden om zonder mortel muren te maken
     Op de weidegronden kuiert het vee, zwartbonte runderen en zwartkopschapen, tussen hagen, niet meer tussen muurtjes van stapelsteen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Joyce Roodnat
    “Burgh by Sands - Bowness-on-Solway” (23 september 2006) op nrc.nl