Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stan·daard·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord standaardkleur standaardkleuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de standaardkleurv / m

  1. kleur die gelijk is aan één van de kleuren van een eerder vastgelegd palet
     In plaats van de felblauwe standaardkleur van de Rabobank is er op de unit een print geplakt van een gemetselde muur met grote stenen en met dito knipvoegen. Er zijn maar weinig mensen in het stadje te vinden die blij zijn met de metamorfose.[1]
     Kopers van een Bugatti Chiron – ongeveer een derde van de vijfhonderd te bouwen exemplaren zijn al vergeven – zullen waarschijnlijk niet kiezen voor de standaardkleuren. Als je 2,4 miljoen euro (exclusief belastingen) uitgeeft aan een vierwieler, wil je hem tot in de puntjes zelf samenstellen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Commotie in Ootmarsum over 'lelijk sprookjeshuisje' Rabobank” (13-11-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron
    REMCO SLUMP
    “Bugatti Chiron kopen? Hier alvast wat kleuren ter inspiratie” (09 mrt. 2016), De Telegraaf