Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadscentrum stadscentra
stadscentrums
verkleinwoord stadscentrumpje stadscentrumpjes

Zelfstandig naamwoord

het stadscentrumo

  1. (planologie) het middelste gedeelte van een stad, waar vaak een belangrijk deel van het openbare leven zich afspeelt
    • De grootste kerk, het stadhuis en de grootste winkels zijn te vinden in het stadscentrum. 
Synoniemen
  1. binnenstad

Meer informatie

Gangbaarheid