sta voor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta voor
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorstaan |
sta (…) voor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstaan
- Ik sta voor.
- gebiedende wijs van voorstaan
- Sta voor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstaan
- Sta je voor?
Gangbaarheid
- Het woord sta voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.