sprong weg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sprong weg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sprong weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegspringen |
sprong weg
- enkelvoud verleden tijd van wegspringen
- Ik sprong weg.
- Jij sprong weg.
- Hij, zij, het sprong weg.
- Ik sprong weg.
Gangbaarheid
- Het woord sprong weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.