Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spo·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opspuiten

spoten op

  1. meervoud verleden tijd van opspuiten
    • Wij spoten op. 
    • Jullie spoten op. 
    • Zij spoten op. 


Gangbaarheid