Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
sportte
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
sportte
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
sport·te
Werkwoord
vervoeging van
sporten
sportte
enkelvoud verleden tijd van
sporten
Ik
sportte
.
Jij
sportte
.
Hij, zij, het
sportte
.