sporenvrucht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spo·ren·vrucht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spore en vrucht met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sporenvrucht | sporenvruchten |
verkleinwoord | sporenvruchtje | sporenvruchtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) orgaan waarbinnen de sporenhuisjes liggen
Gangbaarheid
- Het woord 'sporenvrucht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.