Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spon·dee
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord spondee spondeeën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spondeem

  1. (dichtkunst) versvoet met twee beklemtoonde lettergrepen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be