Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • split·sing
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van splitsen met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord splitsing splitsingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de splitsingv

  1. het splitsen
  2. plaats waar iets zich splitst
     Bij elke splitsing wachtten we op de achterhoede.[1]
  3. scheuring, verdeeldheid
  4. (biologie) het uiteenvallen van de individuen van een bepaalde generatie in groepen met verschillende erfelijk bepaalde eigenschappen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be