splintert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- splin·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
splinteren |
splintert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splinteren
- Jij splintert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splinteren
- Hij splintert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van splinteren
- Splintert!
Gangbaarheid
- Het woord splintert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.