Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spij·ker·bom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spijkerbom spijkerbommen
verkleinwoord spijkerbommetje spijkerbommetjes

Zelfstandig naamwoord

de spijkerbomv / m

  1. bom waaraan spijkers zijn toegevoegd om te bereiken dat zoveel mogelijk omstanders gewond raken
    • In een woning werden een spijkerbom, chemicaliën en een IS-vlag aangetroffen. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid