Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spij·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spijer spijers
verkleinwoord spijertje spijertjes

Zelfstandig naamwoord

de spijerm

  1. iemand die spuwt
  2. (bouwkunde) voorziening die ervoor zorgt dat water niet langs een muur vloeit bij regen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • spijers zijn dijers
spugende baby's groeien het snelst

Gangbaarheid

13 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen