spelar
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- spe·lar
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
spelar
- tegenwoordige tijd van spele
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spelar | spelaren | spelarar | spelarane |
Zelfstandig naamwoord
spelar, m
- speler (persoon)
- (gereedschap) speler (apparaat)
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
|
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: vere ein lidenskapeleg spelar
een fervente speler zijn
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- spe·lar
Naar frequentie | 362 |
---|
Werkwoord
spelar
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van spela