• speelt aan
vervoeging van
aanspelen

speelt aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen
    • Jij speelt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspelen
    • Hij speelt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanspelen
    • Speelt aan!