speelgoedauto
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- speel·goed·au·to
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speelgoed en auto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelgoedauto | speelgoedauto's |
verkleinwoord | speelgoedautootje | speelgoedautootjes |
Zelfstandig naamwoord
de speelgoedauto m
- (speelgoed) een auto in klein formaat voor kinderen om mee te spelen
- De speelgoedauto was favoriet.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord speelgoedauto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.