speelbank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- speel·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en bank [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelbank | speelbanken |
verkleinwoord | speelbankje | speelbankjes |
Zelfstandig naamwoord
- (spel) instelling waar men aan kansspelen kan deelnemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord speelbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speelbank" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be