spanner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- span·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van spannen met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spanner | spanners |
verkleinwoord | spannertje | spannertjes |
Zelfstandig naamwoord
de spanner m
- (werktuigbouwkunde), (gereedschap) voorwerp om iets mee onder spanning te zetten
- (vlinders) vlinder van de familie Geometridae , waarvan de rupsen zich door spannen voortbewegen
Synoniemen
- [2]: landmeter
Hyponiemen
1. gereedschap
2. vlinder
Vertalingen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spanner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spanner" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ spanner op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be