spahi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spa·hi
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Turks [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spahi | spahi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de spahi m
- (militair) Turkse ruiter
- ▸ Tenslotte richtte een spahi zijn lange lans op Lubomirski's buik, reed met een vaart naar voren, doorboorde zijn slachtoffer en stootte de graaf van zijn paard zodat hij zijn sleutelbeen brak.[2]
Gangbaarheid
- Het woord spahi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ spahi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf , ISBN 9026978073