sopraan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- so·praan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘hoogste vrouwenstem’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sopraan | sopranen |
verkleinwoord | sopraantje | sopraantjes |
Zelfstandig naamwoord
sopraan [3]
- v / m hoogste van de vier hoofdstemmen die de toonkunst onderscheidt, hoogste vrouwenstem of kinderstem
- v vrouw of kind met de hoogste zangstem
- de hoogste variant van een aantal muziekinstrumenten, zoals sopraansaxofoon etc.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- alt, bas, bariton, contra-alt, tenor, mezzosopraan
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sopraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sopraan" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sopraan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sopraan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be